Logo Bijbelvers.net

Zefánja 2:9



Statenvertaling
Daarom, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Moab zal zekerlijk zijn als Sódom, en de kinderen Ammons als Gomórra, een netelheide, en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid! De overigen Mijns volks zullen ze beroven, en het overige Mijns volks zal ze erfelijk bezitten.

Herziene Statenvertaling*
Daarom, zo waar Ik leef, spreekt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Voorzeker, Moab zal als Sodom worden en de Ammonieten als Gomorra: een distelveld, een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwig­heid! De rest van Mijn volk zal hen plunderen, het overblijfsel van Mijn volk zal hen in erfe­lijk bezit nemen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nog niet beschikbaar

King James Version + Strongnumbers
Therefore H3651 as I H589 live, H2416 saith H5002 the LORD H3068 of hosts, H6635 the God H430 of Israel, H3478 Surely H3588 Moab H4124 shall be H1961 as Sodom, H5467 and the children H1121 of Ammon H5983 as Gomorrah, H6017 even the breeding H4476 of nettles, H2738 and saltpits, H4417 - H4379 and a perpetual H5704 - H5769 desolation: H8077 the residue H7611 of my people H5971 shall spoil H962 them, and the remnant H3499 of my people H1471 shall possess H5157 them.

Updated King James Version
Therefore as I live, says the LORD of hosts, the God of Israel, Surely Moab shall be as Sodom, and the children of Ammon as Gomorrah, even the breeding of nettles, and salt-pits, and a perpetual desolation: the residue of my people shall spoil them, and the remnant of my people shall possess them.

Gerelateerde verzen
Jeremía 49:18 | Numeri 14:21 | Jesaja 34:9 - Jesaja 34:13 | Joël 3:19 - Joël 3:20 | Genesis 19:24 - Genesis 19:25 | Jeremía 46:18 | Zefánja 2:7 | Jesaja 11:14 | Jesaja 25:10 | Romeinen 14:11 | Deuteronomium 29:23 | Jesaja 49:18 | Jeremía 48:1 - Jeremía 49:6 | Zefánja 2:14 | Jesaja 13:19 - Jesaja 13:20 | Jesaja 15:1 - Jesaja 15:9 | Jeremía 50:40 | Ezechiël 25:1 - Ezechiël 25:17 | Micha 5:7 - Micha 5:8 | Zefánja 3:13 | Amos 1:13 - Amos 2:3