Logo Bijbelvers.net

Obadja 1:12



Statenvertaling
Toen zoudt gij niet gezien hebben op den dag uws broeders, den dag zijner vervreemding; noch u verblijd hebben over de kinderen van Juda, ten dage huns ondergangs; noch uw mond groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid;

Herziene Statenvertaling*
U had niet mo­gen toekijken op de dag van uw broeder, op de dag dat hij een vreemde voor u was. U had niet blij mogen zijn vanwege de Judeeërs op de dag van hun ondergang. U had geen grote mond mogen opzetten tegen hen op de dag van hun benauwdheid.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nog niet beschikbaar

King James Version + Strongnumbers
But thou shouldest not H408 have looked H7200 on the day H3117 of thy brother H251 in the day H3117 that he became a stranger; H5237 neither H408 shouldest thou have rejoiced H8055 over the children H1121 of Judah H3063 in the day H3117 of their destruction; H6 neither H408 shouldest thou have spoken proudly H1431 - H6310 in the day H3117 of distress. H6869

Updated King James Version
But you should not have looked on the day of your brother in the day that he became a stranger; neither should you have rejoiced over the children of Judah in the day of their destruction; neither should you have spoken proudly in the day of distress.

Gerelateerde verzen
Matthéüs 27:40 - Matthéüs 27:43 | Ezechiël 35:15 | Lukas 19:41 | Spreuken 24:17 - Spreuken 24:18 | Psalmen 59:10 | Micha 4:11 | Spreuken 17:5 | Openbaring 13:5 | Ezechiël 25:6 - Ezechiël 25:7 | Jesaja 37:24 | Jakobus 3:5 | Job 31:29 | Psalmen 31:18 | Psalmen 37:13 | Psalmen 22:17 | 2 Petrus 2:18 | Micha 7:8 - Micha 7:10 | Psalmen 54:7 | Judas 1:16 | 1 Samuël 2:3 | Psalmen 92:11 | Klaagliederen 4:21