Jeremía 31:34
Statenvertaling
En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken.
Herziene Statenvertaling*
Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nog niet beschikbaar
King James Version + Strongnumbers
And they shall teach H3925 no H3808 more H5750 every man H376 ( H853 ) his neighbour, H7453 and every man H376 ( H853 ) his brother, H251 saying, H559 Know H3045 ( H853 ) the LORD: H3068 for H3588 they shall all H3605 know H3045 me, from the least H4480 - H6996 of them unto H5704 the greatest H1419 of them, saith H5002 the LORD: H3068 for H3588 I will forgive H5545 their iniquity, H5771 and I will remember H2142 their sin H2403 no H3808 more. H5750
Updated King James Version
And they shall teach no more every man his neighbour, and every man his brother, saying, Know the LORD: for they shall all know me, from the least of them unto the greatest of them, says the LORD: for I will forgive their iniquity, and I will remember their sin no more.
Gerelateerde verzen
Jesaja 44:22 | Hebreeën 8:12 | 1 Samuël 2:12 | 1 Thessalonicenzen 4:9 | Jesaja 11:9 | 1 Johannes 2:27 | 2 Korinthe 2:10 | Jesaja 60:19 - Jesaja 60:21 | Hebreeën 5:12 | Jesaja 54:13 | Jeremía 24:7 | 2 Korinthe 4:6 | Romeinen 11:26 - Romeinen 11:27 | Jesaja 33:24 | Matthéüs 11:27 | Handelingen 13:38 - Handelingen 13:39 | Jesaja 30:26 | Éfeze 1:7 | 1 Kronieken 28:9 | Johannes 17:3 | Handelingen 10:43 | Jeremía 50:20 | Johannes 6:45 | Hebreeën 10:17 - Hebreeën 10:18 | Jesaja 43:25 | 1 Johannes 5:20 | Jeremía 33:8 | Micha 7:18 | 1 Johannes 2:20 | Hábakuk 2:14 | Johannes 17:6